Ga naar hoofdinhoud

Bij peuters en kleuters kunnen verschillende orthopedische afwijkingen optreden: dit zijn problemen met botten, pezen en/of spieren.

Hypermobiliteit

Er kan gesproken worden van hypermobiliteit als uw kind te soepele gewrichten heeft. Mogelijk gaat dat gepaard met pijnklachten, die in alle lichaamsdelen voor kunnen komen. Dit kan ervoor zorgen dat uw kind sommige dagelijkse activiteiten niet goed uit kan voeren.

Bij kinderen die hypermobiel zijn, is vaak de spierkracht en de coördinatie verminderd. Ook kunnen ze minder fit zijn. Dit kan leiden tot problemen in de motorische ontwikkeling.

Wij kunnen een rol spelen bij het optimaliseren van die motorische ontwikkeling, het verbeteren van het uitvoeren van dagelijkse activiteiten en het kunnen sporten – in een reguliere of een aangepaste sport.

Tenenlopen

Tenenlopen kan een normale fase zijn in de loopontwikkeling van uw kind.

Als dit aanhoudt, kan er een andere oorzaak zijn, bijvoorbeeld omdat er sprake is van een onderliggende aandoening. Soms is er echter geen oorzaak aan te wijzen.
Met jonge kinderen kunnen we specifieke oefeningen doen om het tenenlopen uit hun normale patroon te halen. Ook bieden we hierbij veel adviezen voor thuis.

Als uw kind in ernstiger mate tenenloopt, kunnen we kiezen voor gips, om zo meer beweeglijkheid in de enkel te krijgen. Na de gipsperiode is het van belang goed te oefenen, zodat uw kind de bereikte beweeglijkheid ook tijdens het lopen blijft gebruiken.

Osteogenesis imperfecta

Osteogenesis imperfecta is een aandoening waarbij kinderen een grotere kans hebben op botbreuken. Ook andere lichaamsdelen zijn kwetsbaarder door deze aandoening.

Bij kinderen met deze aandoening is vaak hypermobiliteit en verminderde spierkracht zichtbaar. Daarnaast zijn ze vaak fysiek minder fit en snel vermoeid.

Kinderen met osteogenesis imperfecta kunnen verschillende hulpvragen hebben op het gebied van dagelijkse activiteiten en spelen. Wij kunnen ze bij deze vragen en bij hun motorische ontwikkeling begeleiden.

Dwerggroei

Kinderen met dwerggroei (achondroplasie) hebben een disproportioneel skelet, gekenmerkt door een relatief groot hoofd en korte ledematen. Door deze afwijkende skeletgroei hebben zij moeite met de motorische ontwikkeling. Door het relatief grote hoofd is het lastiger om te kunnen rollen, zitten en andere taken uit te voeren waarbij een goede hoofdbalans van belang is. Ook hebben kinderen met dwerggroei vaak een verminderde spierspanning in het lichaam en zijn hun gewrichten hypermobiel. Bij deze kinderen is het van belang dat ze pas gaan oefenen met zitten als de hoofd- en rompbalans voldoende is.

Als bij uw kind sprake is van dwerggroei, kunnen wij helpen de motorische ontwikkeling te stimuleren, op de manier die voor uw kind de beste is.

Scoliose

Een scoliose is een afwijking in de wervelkolom waarbij er een of meerdere krommingen zichtbaar zijn in de wervelkolom. Een scoliose wordt meestal vastgesteld door een jeugd- of schoolarts, gevolgd door een röntgenfoto.

Als een scoliose pijnklachten oplevert, kunnen wij samen met u en uw kind kijken of er onderdelen zijn die behandeld kunnen worden, zoals krachtverbetering en het oefenen van specifieke activiteiten die uw kind niet kan uitvoeren.

Het gebeurt ook vaak dat kinderen met scoliose geopereerd worden. Wij kunnen voorafgaand aan de operatie een rol spelen bij het begeleiden van uw kind, om zo sterk mogelijk te zijn voordat de operatie plaatsvindt, en daarna om weer zo snel mogelijk zelfstandig te worden.

Afwijkende stand voeten en benen

Er zijn veel verschillende afwijkingen aan de voeten en benen mogelijk. Dit is normaal als uw peuter net loopt en zich nog aan het ontwikkelen is, waarbij verschillende manieren van lopen voorkomen.

In het algemeen lopen kinderen eerst met O-benen en in een later stadium in een X-stand. Soms houdt de stand van de benen aan, waardoor ze minder gemakkelijk lopen.

Veel kinderen zakken met de enkels naar binnen, de zogenoemde valgusstand. Dit veroorzaakt soms pijnklachten of zorgt ervoor dat ze minder makkelijk kunnen lopen.
Het hoort bij de ontwikkeling van het lopen en rennen dat kinderen met regelmaat over hun eigen voeten struikelen. Als dit niet verbetert, kan dat de ontwikkeling van het rennen in de weg staan.

Bij al deze voorbeelden – en bij andere afwijkende standen van voeten en benen – kunnen wij een rol spelen. Wat we precies kunnen betekenen, hangt af van de situatie van uw kind; daarover in gesprek gaan, is altijd meer dan de moeite waard.

Back To Top